Tegen de achtergrond van de politieke onrust in mei 1968 in Parijs is een groepje jongeren, waaronder de artistieke Gilles, politiek actief, maar zoekt eigenlijk naar idealen: morele, politieke en spirituele.
Als in Parijs in 1979 een studentenhuis afbrandt en zes bewoners de dood vinden, wordt geen misdrijf vermoed, totdat twee jaar later bij toeval ontdekt wordt dat een van de studentes die destijds omgekomen zou zijn nog leeft.
Een rustig onder schuilnaam levende vijftigjarige man wordt geconfronteerd met zijn allesbehalve rustige verleden als radicaal-linkse activist in de jaren zestig.