Het verhaal van twaalf onderling met elkaar verbonden personages in de 20e en 21e eeuw, allemaal Brits, meest vrouw, zwart en tussen de 19 en 93 jaar oud.
Een grensstad in de steppe. Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad. Als Pontus Beg, commissaris van politie, ze laat oppakken, wordt in hun bagage het bewijs van een misdaad gevonden. Beg ontrafelt de geschiedenis van hun helletocht, die gaandeweg verweven raakt met de ontdekking van het verhaal over zijn eigen afkomst.
Dit boek schetst een beeld van de hedendaagse zwarte vrouwen, van academisch niveau tot ex-gedetineerde; van de zwarte vrouwen in de jaren zestig in de Civil Rights Movement en daarbuiten; en van zwarte vrouwen in de jaren veertig. De plot draait om de vrouwen rond de inmiddels overleden hoteleigenaar Bill Cosey: zijn kokkin, zijn eerste vrouw, zijn schoondochter en kleindochter Christine.