1793. Limburg is in de ban van de bokkenrijders, een mysterieuze bende die de streek onveilig maakt. Iedereen die zich vreemd gedraagt, wordt opgepakt en gefolterd. Honderden mensen eindigen aan de galg. Ook Wiele, de vader van Nolle, wordt ervan verdacht een bokkenrijder te zijn. Uit angst vlucht hij samen met zijn gezin het dorp uit. In een klein hutje op de heide leven ze een arm en teruggetrokken bestaan. Maar dan wordt de rijkste hoeve van het dorp overvallen en de goudschat van jonker Du Perre gestolen. Wiele en Nolle staan bovenaan op de lijst van verdachten.
Als de oogst van Philippus drie jaar achter elkaar mislukt en hij de pacht niet meer kan opbrengen, sluit hij zich aan bij een roversbende, die het Belgische Limburg onveilig maakt: de Bokkenrijders. Vanaf ca. 12 jaar.
Peter (16) sluit zich in de 18e eeuw aan bij de Bokkenrijders. Fleur en haar moeder Anna raken in het heden betrokken bij het opsporen van een bende die een aanslag willen plegen. Beide verhalen hebben veel met elkaar te maken. Vanaf ca. 12 jaar.