Parijs, 1900. De zeventienjarige courtisane Blanche Delacroix begint een affaire met de veel oudere koning Leopold II van België. Negen jaar lang leidt ze een luxeleventje, gehaat door het volk en Leopolds omgeving. Op haar zesentwintigste erft ze, na Leopolds overlijden, een aanzienlijk deel van diens fortuin.