Een Vlaamse boer probeert in harmonie te leven met de seizoenen. Hij krijgt vele tegenslagen te verwerken, maar slaat zich er met moed en levenslust doorheen.
Verslag van de teloorgang van het boerenland in de Zeeuws-Vlaamse grensstreek als gevolg van de uitbreiding van de Antwerpse havens, gekoppeld aan het persoonlijke verhaal van de uit deze streek afkomstige auteur.
De auteur keert terug naar het Waasland, dichtbij de grens met Nederland, waar hij opgroeide en constateert dat daarin vele bressen zijn geslagen door de industrialisering.