Aan de hand van de wederwaardigheden van enkele kleine luiden wordt de wereldgeschiedenis gevolgd van het begin van de Koude Oorlog (1961) tot de verkiezing van de eerste gekleurde president van Amerika in 2008.
Een jonge Londense ambtenaar wordt in 1958 naar het Britse paviljoen van de wereldtentoonstelling in Brussel gestuurd met de vage opdracht om daar 'een oogje in het zeil te houden'.
Een jonge vrouw vertrekt tijdens de economische crisis in de jaren '30 van de VS naar Rusland, als eerste van drie generaties Amerikaanse joden in Rusland.
Een jonge leraar verbergt tijdens de Duitse bezetting een joods meisje op zijn zolder en krijgt met haar een kind. Aan deze dochter schrijft hij later het relaas van zijn leven.
James Bond, tijdens de Koude Oorlog met 'ziekteverlof', wordt toch door M opgeroepen om in Teheran te speuren naar degene die het Britse imperium ten val wil brengen door de markt te overspoelen met drugs.
Reykjavík, 1972. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog vindt hier het wereldkampioenschap schaken plaats. De stad is in opperste staat van opwinding. In een bioscoop wordt een jongen het slachtoffer van een aanval. Marion Briem onderzoekt de zaak.
Berlijn, 1943. Bernie Gunther werkt voor het Bureau Oorlogsmisdaden van de Wehrmacht, waar hij belast wordt met het onderzoek naar de massamoord op Poolse officieren. Zowel de Wehrmacht als minister van Propaganda Goebbels willen, hetzij om verschillende redenen, hetzelfde: onweerlegbaar bewijs van Russische gruweldaden.