1926. Tom en Isabel Sherbourne bemannen een afgelegen vuurtoren voor de kust van Australië. Het is een stil en eenzaam leven voor het jonge, ongewenst kinderloze stel. Tot er na een storm in april een reddingsboot aanspoelt met een dode man en een kleine, springlevende baby. Tom begraaft de man en Isabel ontfermt zich over de baby, een meisje. Al snel krijgt Isabel een sterke band met het kind. Wanneer ze na twee jaar terugkeren naar het vasteland worden ze geconfronteerd met veel vragen van hun vrienden en familie, en met een wanhopige vrouw op zoek naar haar dochtertje.
Alaska, 1920. Het echtpaar Mabel en Jack heeft het moeilijk. Jack gaat gebukt onder de enorme hoeveelheid werk op de boerderij. Zijn vrouw Mabel worstelt met het verlies van haar baby en het feit dat ze geen kinderen meer konden krijgen. Bij de eerste sneeuwval maken ze in een opwelling een kind van sneeuw. De volgende morgen is de sneeuwpop verdwenen, maar vangen ze een glimp op van een blond meisje dat door het bos rent. De sprookjesachtige Faina verovert al snel hun harten en ze zien haar maar al te graag als hun dochter. Maar Faina blijkt een ontembaar meisje dat zich beter thuis voelt in de ruige natuur dan op hun boerderij.
Een jonge vrouw in het Mississippi van 1929, die een onbehandelbare geboorteafwijking heeft, moet haar eigen weg in het leven zien te vinden in een kleine plattelandsgemeenschap met strakke normen en waarden en uitgestippelde verwachtingspatronen.