Door een moord tijdens een openluchtpopfestival komt de politie in aanraking met de daden en gedachten van de artiesten en van enkele omwonenden van het festivalterrein.
In dit boek komt de eerste zaak van inspecteur Wexford terug: een aantal opgeloste moorden die wat hem betreft allemaal naar Eric Targo wijzen, maar waarvoor nooit bewijs werd gevonden. Deze Targo, altijd met een hond in de buurt, heeft de inspecteur jarenlang gestalkt, alsof hij hem iets duidelijk wilde maken. Nu duikt de psychopaat ineens weer op. Ondertussen werkt Wexford ook aan een nieuwe moordzaak en de verdwijning van een meisje. Zijn de verbanden die hij tussen de nieuwe en de oude zaken ziet terecht, of wil hij de overeenkomsten zien?
De inmiddels gepensioneerde hoofdinspecteur Wexford assisteert op verzoek van een Londense collega bij het onderzoek naar vier lijken die zijn aangetroffen in de kelder van een huis.
Hoofdinspecteur Wexford wordt geconfronteerd met drie ontvoeringen van jonge meisjes waarvoor de omwonenden de verantwoordelijkheid leggen bij een pedofiel die zijn straf net heeft uitgezeten.
Zestien jaar na de eerste moordzaak van inspecteur Wexford - de moordenaar werd ter dood veroordeeld - wil een man de onschuld van de vader van zijn aanstaande schoondochter bewijzen.