Twaalf inwoners van Oakland met een 'native American' achtergrond vertellen hun verhalen die uiteindelijk op een dramatische manier samenkomen tijdens een powwow.
North Dakota, 1953. Een nieuw aan te nemen wetsvoorstel bedreigt de rechten en identiteit van de indianen. Nachtwacht Thomas brengt zijn vrije uren door met het schrijven van brieven en bezoeken van leden van het congres om te voorkomen dat dit wetsvoorstel aangenomen wordt.
Geschiedenis van het werk van rooms-katholieke missionarissen onder de indianen van Noord-Amerika in de negentiende eeuw en van hedendaags activisme om de positie van de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika te verbeteren.
Appalachen, jaren ‘50-’60. Betty, vader Cherokee, moeder blank, groeit op met zeven broers en zussen. Het is een harde jeugd die ze vooral overleeft door de liefde van en voor haar Cherokee vader.
Een oude Amerikaanse pioniersvrouw kijkt terug op haar leven, dat boven alles bepaald is door de dag waarop haar familie tijdens een overval van indianen uiteen werd gereten: de mannen werden vermoord en een aantal van haar (klein)kinderen als buit ontvoerd. Zijzelf overleeft de aanval meer dood dan levend, maar houdt zich strijdbaar op de been door de vurige hoop haar lievelingskleindochter ooit terug te vinden.
Een Canadese indiaan die in coma ligt, vertelt in gedachten zijn verhaal aan zijn nichtje, dat op haar beurt hem vertelt over haar zoektocht naar haar verdwenen zuster.
De ontdekking van een indiaanse begraafplaats leidt tot de mogelijkheid van een nucleaire ramp, wanneer blijkt dat de vroegste Noord-Amerikaanse culturen kennelijk al weet hadden van nanotechnologie.
Vestingbouwer Zuviria gaat na de val van Barcelona in 1714 in ballingschap, komt in Amerika terecht, keert terug naar Europa waar hij getuige is van vele oorlogen tot hij met James Cook op ontdekkingsreis gaat.
Een jonge vrouw keert naar huis terug na twaalf jaar in gevangenschap bij de indianen te hebben geleefd; thuis vindt ze een gewonde Schotse man, maar van haar ouders ontbreekt elk spoor.
Een oude Amerikaanse pioniersvrouw kijkt terug op haar leven, dat boven alles bepaald is door de dag waarop haar familie tijdens een overval van indianen uiteen werd gereten: de mannen werden vermoord en een aantal van haar (klein)kinderen als buit ontvoerd. Zijzelf overleeft de aanval meer dood dan levend, maar houdt zich strijdbaar op de been door de vurige hoop haar lievelingskleindochter ooit terug te vinden.
De puriteinse domineesvrouw Mary Rowlandson wordt eind 17e eeuw door een indianenstam ontvoerd; het leven bij de indianen doet haar twijfelen aan haar waarden en geloof.