Een 81-jarige homoseksuele Britse schrijver blikt terug op zijn turbulente leven waarbij hij vooral stilstaat bij de grote gebeurtenissen van de 20e eeuw
Een jonge vrouw beleeft haar leven tijdens de 20e eeuw in steeds verschillende scenario's, waarbij haar familie en ouderlijk huis een belangrijke rol spelen.
De lotgevallen van vijf families in Wales, Engeland, Rusland, Verenigde Staten en Duitsland voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, de Russische Revolutie en de strijd om rechtsgelijkheid van vrouwen en arbeiders.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog raakt in Oxford een groepje voornamelijk homoseksuele twintigers in de ban van de onweerstaanbare erotiek van een kennelijk heteroseksuele, 18-jarige sportman, David Sparsholt.
Een vrouw opent een boekwinkel in een klein Engels kustplaatsje, maar houdt daarbij geen rekening met enkele kwaadwillende personen die haar het leven moeilijk willen maken.
In de late zomer van 1913 logeert de jonge, aristocratische dichter Cecil op het familielandgoed van zijn vriend George. Het weekend dat hij daar doorbrengt is vol verrassingen en verrukkingen voor de hele familie, maar in het bijzonder voor het 16-jarige zusje van George, Daphne, wanneer Cecil een gedicht aan haar opdraagt. Een gedicht dat een houvast voor een hele generatie zal blijken, een ode aan het oude Engeland dat op het punt staat voorgoed te veranderen. Het weekend zal de familie van George en Cecil aan elkaar binden in de lange en moeilijke eeuw die volgt.
Als de Schotse auteur (1962-2019) na haar moeders dood in 2013 samen met haar vier jaar jongere broer de secretaire in het ouderlijk huis opruimt, vindt ze de woorden om te beschrijven wat ertoe heeft geleid dat ze thuis PTSS - posttraumatische stressstoornis - heeft ontwikkeld.
De geschiedenis van een huwelijk van twee Britse mensen die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met elkaar trouwen en lang veel van elkaar hielden.
Op zoek naar een beter leven komen er jaarlijks veel mensen vanuit diverse landen naar Europa. De auteurs bezochten de asielcentra die als wachtposten langs de Europese grenzen opgetrokken werden en gingen op zoek naar de bron van de migratiestroom in kleine Afrikaanse vissersdorpjes. Ze spraken niet alleen met de officiële instanties die de stroom van nieuwkomers moeten kanaliseren, maar lieten ook de gelukszoekers zelf aan het woord.