Episch, deels allegorisch, deels burlesk gedicht over de liefde door twee verschillende Franse auteurs uit de dertiende eeuw, waarin de hoofse minnezang uit het eerste deel uitgroeit tot een satirisch pleidooi voor waarachtigheid in het tweede deel.
Een monnik wordt aangenomen als leerling van de beroemde theoloog en filosoof Pierre Abélard en is getuige van diens heftige liefdesaffaire met een leerlinge.