Als op tv wordt gevraagd wie de vrouw op een schilderij is, meent Cato in de vrouw haar oma, Ida, te herkennen, die in de Tweede Wereldoorlog van Oostende naar Cardiff vluchtte.
Een 14-jarig anorectisch meisje wordt in de vakantie bij een oudtante gedropt waar zij aan de hand van een oud receptenboek de geheimen rond haar afkomst probeert te ontrafelen.
Het ik-personage An vertelt over het dramatische verkeersongeval waarbij haar ouders omkwamen en haar zus gehandicapt werd. Daartoe vlucht ze niet in een fantasiewereld, maar in de historische wereld van het schilderij "Poppenspel aan het hof van Margareta van Oostenrijk". Ze wordt nieuwsgierig naar prinses Isabella, op het schilderij een meisje van twaalf, van wie het leven het leidmotief wordt in het boek.