Een gesloten plattelandsgemeenschap in laat-middeleeuws Engeland raakt op drift door opeenvolgende dramatische gebeurtenissen en de aanpak van de nieuwe landheer die van landbouw overgaat op schapenteelt.
De belevenissen van de bewoners van een Engels dorp in het verleden en nu. Het jongetje Lanny, zijn ouders, een oude kunstenaar en een tijdloos mythisch wezen zijn de hoofdpersonen.
Een tweeling van in de vijftig woont nog steeds bij hun moeder op het platteland, in afzondering en armoede, maar ook in tevredenheid. Als hun moeder overlijdt, worden broer en zus geconfronteerd met de harde regels en verwachtingen van de buitenwereld.
Zonder een adres achter te laten breekt een jonge vrouw met haar Londense stadsleven en gaat als au pair op het platteland werken bij een welgestelde familie met een gehandicapte zoon van zeventien.