De ontdekking van het schrift geeft de Afrikaanse Kamari het gevoel dat ze de hemel aanraakt. Ze ontdekt echter al snel dat het in haar stam verboden is voor vrouwen om te kunnen lezen. Vanaf ca. 13 jaar.
In de Franse Provence neemt een 15-jarig meisje, dat pas tot ridder is geslagen, het op voor de ketterse Waldenzen, die op wrede wijze vervolgd worden door de rooms-katholieke kerk.
Twee meisjes van veertien willen allebei hun eigen toekomst bepalen; de een woont in het vrije Nederland, de ander in het onvrije Koerdistan. Vanaf ca. 13 jaar.
