Stan Lauryssens verkoopt valse schilderijen van Salvador Dalí onder het motto dat kunst waard is wat de gek ervoor geeft. Hij vliegt de gevangenis is. Zo gauw hij uit voorarrest komt, vlucht hij naar Spanje, waar hij de buurman van de beroemde schilder wordt. Lauryssens raakt al snel in de ban van de meester, zijn kunst en zijn bonte entourage, en ontdekt de ware toedracht achter de vervalste schilderijen. Het verhaal vormt een potpourri van schelmenstreken, uitwijdingen over seks en kunst, een lach en een traan.
Julia is twaalf en woont met haar ouders in Stockholm. Ze is gek op kunst, een liefde die ze deelt met haar opa. Bovendien kan ze waanzinnig goed tekenen. Als ze op een dag met haar opa het Nationaal Museum bezoekt, gebeurt er iets wonderbaarlijks: wanneer Julia een schilderij van Rembrandt aanraakt, verdwijnt ze in een zwart gat. Ze wordt wakker in de wereld van de schilder in 1658. Het enige dat Julia bij zich heeft, zijn haar schetsboek en haar tekenpotlood. Dit is het begin van een avontuurlijke reis door de wereld van de schilderkunst.
Autobiografie van de Chileens-Amerikaanse schrijver (1942- ) over zijn leven in Amerika en Chili, tot en met zijn vlucht uit Chili na de staatsgreep door Pinochet in 1973.