Wanneer een jonge journaliste in 2008 een hoogbejaarde Duitse bakkersdochter interviewt in Texas, haalt deze herinneringen op aan haar leven tijdens de oorlogsjaren.
De Franse weesjongen Pierrot wordt in 1935 door zijn Duitse tante Beatrix meegenomen naar een villa op een Oostenrijkse berg, waar ze als huishoudster werkzaam is. Het is het huis van Adolf Hitler. Vanaf ca. 12 jaar.
Een Poolse jongen zit in het weeshuis in Warschau. Vanwege zijn Arische uiterlijk wordt hij geadopteerd door de onderdirecteur van een rasseninstituut in Berlijn. Dan ontdekt deze dat de jongen joods bloed heeft.
De 17-jarige Marja vertrekt in 1943 naar Duitsland om te werken. Daar leert ze dat het in een oorlog niet alleen om regeringen en hun landen gaat, maar ook om de persoonlijke verhalen van de inwoners. Vanaf ca. 14 jaar.
In de lotgevallen van zeven mannen die in oktober 1937 uit een Duits concentratiekamp weten te ontsnappen, geeft de auteur een beschrijving van het dagelijkse leven in het Derde Rijk.
Een 11-jarige Tsjechische jongen verliest bij een razzia in zijn dorp zijn familie uit het oog. Als hij ontdekt dat zijn kleine zusje is ondergebracht bij een Duitse boerenfamilie, heeft hij maar een doel: zijn zusje terugvinden.
In een speciale kliniek worden mannen die tijdens de oorlog door ernstige gelaatsverwondingen zijn verminkt, verpleegd met als doel hen weer aan de maatschappij te laten deelnemen