Duitsland, negentiende eeuw. Manfred heeft een hazenlip. Iedere dag ervaart hij dat de wereld lelijke mensen afwijst. Op Pinkstermaandag 1828 staat er op een plein in Neurenberg een zonderlinge knaap met een duister geheim. De zestienjarige vondeling kan alleen zijn naam schrijven: Kaspar Hauser. Hij kan amper lopen of praten. Enkele mensen trekken zich zijn lot aan, maar niet iedereen heeft goede bedoelingen.
Keulen, 19e eeuw. De vader van Fina (15) verdient de kost met smokkelhandel en probeert haar uit te huwelijken aan de hoogste bieder. Maar Fina wordt verliefd op een rijke jongen. Vanaf ca. 13 jaar.