In 1837 in Mecklenburg besluit een familie om een beter leven te gaan zoeken in Nieuw-Zeeland. Tezelfdertijd vlucht een bij de Maori’s in een bordeel opgegroeide jonge vrouw weg van een toekomst in de prostitutie, het binnenland in.
Het gaat zo goed met de Nieuw-Zeelandse ranch Rata Station waar Carol en Linda met hun families leven, dat er afgunst bij buren ontstaat die zelfs omslaat in bedreiging.
Twee beschadigde vrouwen van Oost-Pruisische afkomst, ooit allebei om verschillende redenen gevlucht, vinden bij elkaar wat ze altijd hebben gemist, namelijk familie.
De jarenlange omzwervingen van een Oost-Pruisisch meisje door Midden- en Oost-Europa dat in 1945, als ze zeven jaar oud is, door omstandigheden alleen is achtergebleven.
Wanneer de veertienjarige Erik Schroder, een jonge Duitse immigrant, zich opgeeft voor een exclusief schoolkamp in New England, besluit hij dat te doen onder de naam Eric Kennedy, in de verwachting dat hij als normale Amerikaanse jongen meer kans maakt te worden toegelaten. Het blijkt een noodlottig leugentje om bestwil dat zijn leven een onwaarschijnlijke en zeer tragische wending zal geven. Jaren later blikt Eric, nu een gescheiden man, vanuit een penitentiaire inrichting terug op zijn leven.
Niet lang na de Duitse hereniging reist de ik-figuur, een beroemde schrijfster die bekendstond als kritisch jegens het communistische regime, voor een studieverblijf naar Los Angeles. Officieel met het doel onderzoek te doen naar een in de jaren dertig geëmigreerde vrouw. Maar in haar bagage zit ook een klein dossier, waarvan ze weet dat het in haar land van herkomst grote ophef zal veroorzaken. Uit dat dossier blijkt dat ze in haar jonge jaren, in de jaren vijftig, korte tijd als informant voor de geheime dienst heeft opgetreden.
Een Duits-joodse immigrant in New York in het begin van de jaren vijftig probeert zijn herinneringen aan en zijn frustraties van de Tweede Wereldoorlog van zich af te schrijven.