De christelijke kerk overleefde de eerste drie eeuwen als marginale en vaak verdachte religieuze groep, maar begint vanaf de vierde eeuw aan haar veroveringstocht van de hele maatschappij. Keizer Constantijn liet immers in 313 godsdienstvrijheid toe.
Historische artikelen over aspecten van leven en werk van de Romeinse keizer Constantijn de Grote (ca. 273-337), vooral met betrekking tot het christendom.