De jeugd van de jonge Louis Seynaeve speelt zich af tegen de achtergrond van het leven in Vlaanderen in de jaren 1939-1947: een periode van oorlog, collaboratie en overlevingsstrijd. Verwarring, hunkering en bedrog zijn Louis' deel. Uit alle macht probeert hij duidelijkheid te vinden in de leugenachtigheid om hem heen.
Geschiedenis van een tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers collaborerende Vlaamse familie, aan de hand van de ervaringen van een in 1945 geboren tweeling, verteld vanuit hedendaags perspectief.
Een Vlaams gezin groeit in de Tweede Wereldoorlog uit tot een in materialistisch opzicht geslaagd gezin, maar er wordt veel verzwegen om zover te komen.
Een Vlaamse vrouw beschrijft de liefde van haar ouders in de Tweede Wereldoorlog toen haar moeder spionne voor de Geallieerden was en haar vader als collaborateur werkte voor de Duitse contraspionage.