Fictief dagboek van de jongere zuster van Arthur Rimbaud (1854-1891), waarin zij getuigt van haar medeleven en steun tijdens diens laatste broze dagen.
In een oud huis in Frankrijk komen een zus en een broer na jaren weer bij elkaar om opnieuw te beginnen, maar hun beider verleden laat hen niet met rust.
Een verbitterde jonge vrouw, als baby te vondeling gelegd, gaat op zoek naar haar moeder en ontdekt dat ze een geestelijk gehandicapte halfbroer heeft.
Een 19-jarige jongeman probeert in een stoffig, arm Amerikaans stadje voor zijn drie jongere zussen te zorgen en wordt verliefd op een getrouwde vrouw.
Op een mooie zomerdag staat een auto met pech langs de weg. In de snikhete auto wacht de elfjarige Jack op zijn moeder. Zijn moeder zei: "Pas op je zusjes, ik ben zo terug." Dus wachten Jack en zijn twee zusjes in eerste instantie geduldig, maar algauw worden ze rustelozer. En hun moeder komt niet terug. Hun moeder komt nooit meer terug. Drie jaar later past Jack nog steeds op zijn zusjes. Hij zorgt ervoor dat ze te eten krijgen en dat niemand erachter komt dat ze helemaal alleen wonen, zonder ouders. En dan ontdekt Jack wie de moordenaar van zijn moeder is…