Thomas Heiselberg, een briljante en ambitieuze marktonderzoeker, zet in het Berlijn van de jaren dertig alles op het spel om succesvol te worden. Een nieuw bewind is aan de macht in Duitsland en Thomas beseft dat hij zijn talenten moet inzetten om te overleven in het Derde Rijk. Op dat moment staat in Leningrad de Joodse Aleksandra Vajsberg voor een onmenselijke keuze. Haar ouders zijn door de communistische machthebbers bestempeld als ‘vijanden van het volk’ en zijn hun leven niet meer zeker. Om haar broertjes eenzelfde lot te besparen, is Aleksandra gedwongen samen te werken met het regime dat haar familie bedreigt.
Een inspecteur van politie wordt in het Berlijn van 1926 geconfronteerd met enkele moorden die te maken hebben met de dreigende communistische revolutie, de opkomst van het nazisme en de aanwezigheid van veel Russische bannelingen.
In een provinciestad niet ver van Berlijn probeert een textielhandelaar in de economische crisisjaren tussen de Eerste Wereldoorlog en de machtsovername van Hitler tevergeefs het hoofd boven water te houden. Zachtmoedig als hij is, laat hij zijn klanten op de pof kopen en gaat zelf failliet. Parallel aan het financiële debacle van zijn vader wordt de ontwikkeling van de zoon beschreven die eerst het gymnasium haalt en vervolgens door geldgebrek niet in staat is van zijn studie een succes te maken.