Op 4 augustus 1914 viel Duitsland België binnen. Eind oktober liepen de fronten vast in de overstroomde IJzervlakte. De bloedige `Grote Oorlog kon beginnen. Maar de oorlog raakte niet alleen soldaten. Waar de Duitse troepen voorbijkwamen, trokken ze een spoor van vernieling en joegen ze anderhalf miljoen Belgen op de vlucht. Een miljoen mannen, vrouwen en kinderen trok naar Nederland, een kwart miljoen naar Engeland, driehonderdduizend naar Frankrijk. Op de vlucht voor de oorlog, maar vooral voor de brandstichtingen, plunderingen, verkrachtingen en deportaties waaraan de Duitse troepen zich in de eerste maanden schuldig maakten. Het verhaal van de inval en van de vluchtelingen verbleekte tegen de achtergrond van de loopgravenoorlog en de harde bezetting.
Publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in het Flanders Field Museum die 366 authentieke, tussen 1914 en 1940 geschreven teksten bevat van getuigen van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog.
Herinneringen aan de grootvader van Hertmans, een leven dat getekend bleek door armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde.