In het heilig jaar 1950 verliest Koning Leopold III zijn troon en balanceert België op de rand van een burgeroorlog. Yvantje, amper acht jaar oud, maakt al die kleine en grote gebeurtenissen mee aan de hand van zijn éénarmige grootvader. In de bedrieglijke rust en weemoedige schoonheid van Brugge ontdekt het jongetje in amper één jaar tijd de vreselijke geheimen van de grotemensenwereld. Zijn oom Kamiel, een onverbeterlijke avonturier is inspecteur van de gerechtelijke politie. Kamiel raakt verstrikt in de intriges van de voor- en tegenstanders van de koning. Zijn positie komt in gevaar en hij neemt, zoals zovele anderen, de vlucht naar Kongo.
De stokoude Helena blikt terug op haar jeugd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Een gruwelijke, maar voor haar ook erg belangrijke periode, waarin ze volwassen werd en haar grote liefde ontmoette. Nu vult Helena haar dagen met het neerschrijven van haar herinneringen aan die bewogen tijd in lijvige volumes, die ze echter nooit herleest.