Een jonge dokter neemt een praktijk over in een afgelegen Canadees vissersdorp. Langzaamaan wordt duidelijk welk geheim hij en de andere dorpsbewoners met zich meedragen.
Een jongen woont met zijn ouders en jongere broer op een boerderij in Zweden. De moeilijke verhouding tussen zijn ouders en de irrationele verwachtingen die zijn psychotische vader van hem heeft, maakt dat hij in de wereld van de vogels vlucht.
Het is de zomer van 1979, in een ogenschijnlijk vredig Duits industriestadje. Moritz is een van de Dassen, een bende van twaalf- en dertienjarige jongens. Hun vijanden zijn de Vossen, oudere jongens met brommers die zich in de weekends bezatten achter het voetbalveld. Op een avond vinden Moritz en zijn vrienden een meisje dat jarenlang gevangen is gehouden door haar inmiddels overleden moeder.