In 1922 doet een archeoloog in Egypte opgravingen naar het graf van Atum Haduan, waarbij hij wordt geconfronteerd met een detective die op zoek is naar een van diens bekenden die vermist is.
Wanneer enkele skeletten worden ontdekt op een vergeten plaatsje aan de kust van Norfolk, wordt forensisch archeologe Ruth Galloway ingeschakeld. Zij is net terug van zwangerschapsverlof en de combinatie werk-kind valt haar zwaar. De skeletten zijn van Duitsers en dateren uit WO II. Door het politie-onderzoek dat volgt wordt Ruth gedwongen inspecteur Harry Nelson weer onder ogen te komen, iets wat ze graag had willen voorkomen. Samen ontdekken ze een verborgen oorlogsverleden en al snel blijkt dat er nog iemand rondloopt die nergens voor terugdeinst om dit geheim te bewaren.
Een forensisch archeologe ziet zich genoodzaakt om bij het onderzoek naar de dood van de curator van een museum samen te werken met de detective die de vader van haar babydochter is.
Wanneer een Franse archeoloog een verbazingwekkend beschilderd grottenstelsel uit de prehistorie heeft gevonden, wordt het onderzoek op wrede wijze gesaboteerd.
De vreugde over de vondst van een middeleeuws Mariabeeld in Castleboyne wordt teniet gedaan door de dood van de medewerker van een archeologe, die bij de opgraving in aanraking kwam met lijkvocht.
Een archeologe, gespecialiseerd in oud-Egyptische geschiedenis, gaat in de 19e eeuw op zoek naar een seriemoordenaar die Egyptische tekens achterlaat op het lichaam van onschuldige vrouwen.