Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog wordt bij opgravingen bij Sutton Hoo in Suffolk, Engeland, een belangrijke archeologische vondst gedaan die een strijd ontketent tussen archeologen.
Wanneer enkele skeletten worden ontdekt op een vergeten plaatsje aan de kust van Norfolk, wordt forensisch archeologe Ruth Galloway ingeschakeld. Zij is net terug van zwangerschapsverlof en de combinatie werk-kind valt haar zwaar. De skeletten zijn van Duitsers en dateren uit WO II. Door het politie-onderzoek dat volgt wordt Ruth gedwongen inspecteur Harry Nelson weer onder ogen te komen, iets wat ze graag had willen voorkomen. Samen ontdekken ze een verborgen oorlogsverleden en al snel blijkt dat er nog iemand rondloopt die nergens voor terugdeinst om dit geheim te bewaren.
Een zwangere neanderthalervrouw probeert in de nadagen van haar soort te overleven; 40.000 jaar later doet een archeologe een opzienbarende vondst waardoor heden en verleden in elkaar overvloeien.
In de jaren 1920 is archeoloog Howard Carter in het Dal der Koningen op zoek naar het graf van farao Toetanchamon. De rijke amateur-egyptoloog Lord Carnarvon financiert zijn werk, maar hun vriendschap komt onder druk te staan als Carter een relatie krijgt met Evelyn, de tienerdochter van de Lord.
Na het overlijden van een Nederlandse egyptoloog besluit zijn oude Egyptische vriend zijn belofte aan hem in te lossen en keert hij terug naar zijn geboorteland.
Een archeologe, gespecialiseerd in oud-Egyptische geschiedenis, gaat in de 19e eeuw op zoek naar een seriemoordenaar die Egyptische tekens achterlaat op het lichaam van onschuldige vrouwen.