De Vlaamse jurist Thomas Maes deed een grondige studie naar het lot van de stad Antwerpen in 1914. Die vormde een onneembaar geacht bolwerk; na de inname door de Duitsers van Luik en Brussel bestond korte tijd de hoop dat Antwerpen (eventjes de hoofdstad) met zijn dubbele fortenring zou standhouden. Maar de geduchte Duitse artillerie schoot de stellingen aan flarden en het centrum werd gebombardeerd. De regering en Britse hulptroepen namen de wijk; tallozen vluchtten in paniek naar Nederland. Het was echter een Duitse pyrrusoverwinning, want de strijd om Antwerpen betekende vertraging zodat het hoofddoel (Parijs) niet bereikt werd. Maes' boek wordt aangevuld met een authentiek ooggetuigenverslag van de val van Antwerpen, dat de lezer de stemming in 1914 laat voelen.
Een Vlaamse herbergier vertelt over zijn leven in het roerige Antwerpen van de Tachtigjarige Oorlog en waarom hij genoodzaakt was te vluchten naar Amsterdam.
Enkele persoonlijke ervaringen van een journalist maken dat hij heen en weer geslingerd wordt tussen begrip en afschuw bij de rassenrellen in Antwerpen.
De geschiedenis van Europa in de 20e eeuw aan de hand van een Poolse tiener die in 1911 naar Antwerpen reisde vanwaar miljoenen Europeanen naar de Verenigde Staten emigreerden.
De auteur keert terug naar het Waasland, dichtbij de grens met Nederland, waar hij opgroeide en constateert dat daarin vele bressen zijn geslagen door de industrialisering.