In 1904 wordt in een Brussels park het lijk van een jonge vrouw gevonden. Zij draagt dezelfde naam als de verongelukte tweelingzus van de commissaris die de zaak onderzoekt.
In het begin van de 20e eeuw onderzoekt een detectiveduo wat er waar is van de aantijgingen van de betrokkenheid van een vriendin bij moord en intriges.
1916: privédetective Peeters moet vanwege zijn verzetsactiviteiten bezet Brussel verlaten; als hij naar Engeland vlucht, wordt hij gestrikt door de Britse geheime dienst en naar de Westhoek gestuurd waar hij wordt geconfronteerd met een moordzaak die hem persoonlijk raakt.