Het is 1938. Nazi-Duitsland is Oostenrijk binnengevallen en alle grenzen zijn gesloten. Adolphine, Pauline, Marie en Rosa Freud hebben een voorgevoel wat hun te wachten staat en hopen dat hun broer Sigmund visa kan krijgen zodat zij Oostenrijk kunnen verlaten. Sigmund Freud heeft inderdaad een lijst opgesteld voor de visumaanvragen, maar de namen van zijn zussen ontbreken. Adolphine is geschokt: wat beweegt Sigmund tot zo'n daad om zelfs voor zijn hond een visum te regelen, maar niet voor zijn directe familieleden? Ze denkt terug aan haar jeugd, aan de liefdeloosheid van haar moeder, en aan de liefde van haar broer.
New York, 1919. Wall Street wordt getroffen door een serie bomaanslagen en dat leidt tot grote angst bij de inwoners en de regering. Inspecteur Younger onderzoekt de aanslagen. Hij krijgt daarbij adviezen van Sigmund Freud. Freud heeft onlangs ontdekt dat de mens naast seksuele driften ook een destructieve drijfveer heeft, het doodsinstinct.
Een van de grondleggers van de westerse psychologie (1856-1939) geeft een grondige bestudering van de onbewuste achtergronden van vergeten, versprekingen, misgrepen, bijgeloof en vergissingen.
Historisch essay over het laatste levensjaar (1938-1939) van Freud, tegen de achtergrond van het opkomende nazisme en Freuds theorie over fascisme en fundamentalisme.
Portret van de Oostenrijkse psychoanalist (1856-1939), met aandacht voor de ontwikkeling van zijn revolutionaire ideeën en zijn strijd die geaccepteerd te krijgen.
Biografie van de Oostenrijkse neuroloog en grondlegger van de psychoanalyse (1856-1939), gesitueerd tegen de achtergrond van Wenen rond het begin van de twintigste eeuw, destijds het culturele centrum van Europa, waar zijn visie over onderdrukking en het onderbewuste ontstond. Met zwart-witfoto’s.
Een wegens moord veroordeelde vrouw heeft zich in de gevangenis tot deskundige in het werk van Freud ontwikkeld. Zij wordt voorwaardelijk vrijgelaten om te achterhalen met welk geheim de directeur van de Freud-academie de psycho-analyse onderuit wil halen.