In dagboekvorm beschrijft een moeder haar gevoelens en gedachten over haarzelf, haar op veertienjarige leeftijd overleden zoon, haar beide andere kinderen en haar man.
Een meisje van 14 jaar wordt met haar tweelingzus ontvoerd en mishandeld. Als haar zusje sterft heeft ze veel moeite haar gevoelens op een rijtje te krijgen.
Tijdens een schoolreis in de Ardennen leert Pieter een kasteelbewoner kennen met wie hij kan praten over de dood van zijn tweelingzus. Vanaf ca. 12 jaar.
Een vrouw met een grote reisdrift ontmoet een zeeman en krijgt met hem een kind. Met haar partner en zoontje zeilt ze de wereld over, totdat haar zoon in de zee verdwijnt.
Het rustige leventje van een vrouw wordt in een klap volkomen op zijn kop gezet door het politiebericht dat haar zoon is aangereden en de bestuurder van de auto is doorgereden.