Het levensverhaal van van de beroemde Duitse schrijver Thomas Mann (1875-1955), vanaf zijn jeugd in Lübeck, zijn huwelijk met de halfjoodse Katia Pringsheim, hun ballingschap naar Zwitserland en de Verenigde Staten en zijn nadagen.
Een student reist in 1913 af naar een beroemd sanatorium, waar hij gefascineerd raakt door de vele verontrustende gebeurtenissen die zich in de omgeving voordoen. Met foto’s en illustraties in zwart-wit.
In 13 verhalen verschaft het boek inzicht in wat de Eerste Oorlog voor België betekende. Onder meer beschrijft het de moord in Sarajevo, het Duitse ultimatum aan België, de strijd om de forten rond Luik, de brand van Leuven, de slag aan de IJzer, het leven in de loopgraven, de mijnenslag van Mesen, de wapenstilstand en de vrede van Versailles.
Biografie van het gezin Mann: vader Thomas (Nobelprijs voor Literatuur in 1929), moeder Katia en de kinderen Erika, Klaus, Golo, Monika, Elisabeth en Michael, die allemaal als schrijver, historicus of musicus bekend werden.
Klaus Mann, zoon van de beroemde schrijver Thomas Mann, leidt een turbulent leven, reist veel, gebruikt drugs en is homoseksueel. Omdat zijn vader hem niet accepteert zoals hij is, besluit hij hem een brief te schrijven. Vanaf ca. 15 jaar.
Thomas Mann is 35 als hij tijdens een vakantie in Venetië een jonge knaap ontmoet. Het voorval inspireert hem tot een van zijn bekendste werken: De dood in Venetië. Een eeuw later wordt Nasr gevraagd of hij een theaterbewerking van de novelle wil maken voor Internationaal Theater Amsterdam. Hij reisde er voor naar Venetië en verdiepte zich in de setting van Manns novelle, maar ook in Thomas Mann zelf, en diens vrouw Katia Mann. Het leidde tot een boek in twee delen: de theaterbewerking én een persoonlijke beschouwing van Nasr over Mann, Venetië, liefde en kunstenaarschap.
Op 31 januari 1936 keert de Duitse schrijver Thomas Mann in een brief aan een Zwitserse krant zich tegen het nazi-regime. Drie dagen vol angsten, gedachten en twijfels volgen.
Herschepping van een mogelijk verloren gegane brief uit 1938 van de Poolse kunstenaar Bruno Schulz (1892-1942) aan de Duitse schrijver Thomas Mann (1875-1955).
Kurt Van Eeghem brengt ons naar het noorden van Europa. Hij las er emotionele brieven en noteerde boeiende getuigenissen. Hij ging op zoek naar de drijfveren, de liefdes en de vriendschappen van Čiurlionis. Hij beschrijft het wel en wee van een kunstenaar uit eind negentiende en begin twintigste eeuw, de periode waarin tsaar Nicolaas II zijn volk terroriseerde en daar niet veel later om werd vermoord. Čiurlionis toont hoe de geniale kunstenaar in dat woelige tijdperk uiteindelijk ten onder ging aan zichzelf.
Bundel essays die de auteur (1961) de afgelopen twintig jaar schreef en waarin ze een vurig pleidooi houdt voor meer tijd en aandacht voor en waardering van kunst.