Natalie ziet hoe het na de dood van hun vader bergafwaarts gaat met haar oudere broer Koen. Ze slingert heen en weer tussen liefde en haat en weet niet hoe ze haar broer kan bereiken. Vanaf ca. 14 jaar.
Lucie is door haar oma opgevoed. Nu oma is overleden, woont ze bij haar vader en zijn nieuwe vrouw. In de vakantie moet ze op zomerkamp en daar heeft ze helemaal geen zin in. Ze gaat staken. Vanaf ca. 8 jaar.
Petra en Peter, allebei piepklein, komen een half jaar bij Gunnar in groep 3 zitten. Prentenboek met eenvoudige tekeningen in kleur en twee uitklappagina's. Vanaf ca. 6 jaar.
Jess (10) en Leslie, uit verschillende milieus afkomstig en met totaal verschillende karakters, raken bevriend. Zij kunnen zich samen uitleven in hun gefantaseerde koninkrijk Terabithia, maar dat loopt tragisch af. Vanaf ca. 10 jaar.
Niels heeft het er moeilijk mee dat zijn vader weg is gegaan en in een andere stad is gaan wonen. Prentenboek met grofgekwaste schilderingen in gedekte kleuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Twee Canadese tieners ontdekken van alles over hun huis en de geschiedenis van de Indianen door met een geest op een begraafplaats in contact te treden.
Een meisje (ik-figuur) is ongeneeslijk ziek. Ze vergelijkt de ziekte met een schelp die in haar hoofd zit en steeds groter wordt. Ze vertelt over wat haar bezighoudt en hoe mensen op haar reageren. Vanaf ca. 9 jaar.
Als Lindes moeder ernstig ziek is, komt oma helpen. Maar Linde vindt oma niet lief en zoekt troost bij haar knuffel, Schaap. Prentvertelling met statische tekeningen in kleur. Vanaf ca. 4 jaar.
Het water van de river in het dorp stijgt heel hard. Het hele dorp moet verhuizen. Maar Emiel en zijn vriendje vinden dat wel spannend. Vanaf ca. 8 jaar.
Dom Konijn wil weten hoe het is als je dood bent. Hij vraagt het de dieren die hij tegenkomt, maar ieder geeft een ander antwoord. Toch heeft hij daar wel iets aan. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.