Waargebeurd verhaal over een jonge vrouw uit Leuven die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet ging en in het concentratiekamp Ravensbrück belandde. Met zwart-witfoto's.
Hoe reageren gewone mensen in een erg ongewone tijd? Dat is de kapitale vraag in dit boek over de Tweede Wereldoorlog. Het antwoord op die vraag is anders dan vaak gedacht geen kwestie van wit of zwart, maar van vele nuances. De aangrijpende getuigenissen van landgenoten laten daarover geen twijfel bestaan. Bruno De Wever, Rudi Van Doorslaer en andere historici gaan dieper in op thema's als voedselvoorziening en verplichte tewerkstelling en op de complexiteit van verzet en collaboratie in Vlaanderen.
Met gevaar voor eigen leven bespioneerden Belgische verzetsstrijders de nazi's en staken zij hun geheime berichten in kokertjes aan de poten van duiven, die trouw terugvlogen naar hun afzender. Rode draad doorheen dit boek is de Belgische verzetsgroep Leopold Vindictive. Aan het hoofd stond Joseph Raskin, een patriottisch priester.
Op 19 april 1943 vertrekt vanuit de Dossinkazerne in Mechelen het 20ste transport met 1631 joden richting Auschwitz. Gewapend met één revolver, een stormlamp en rood zijdepapier slagen drie jonge mannen erin de trein te stoppen en 17 gevangenen te bevrijden. Deze reddingsoperatie is uniek in de geschiedenis van de Holocaust. Nog voor het transport de Duitse grens bereikt, ontsnappen er nog eens meer dan 200 gevangenen op eigen kracht. Een aantal van hen wordt neergeschoten, anderen worden opnieuw aangehouden, maar de meesten ontkomen aan het lot dat hen in Auschwitz te wachten staat. Het boek beschrijft de ontsnappingen uit het 22ste transport, hoe het transport werd samengesteld en wat de overgrote meerderheid van de gedeporteerden te wachten stond.
Een Vlaamse vrouw beschrijft de liefde van haar ouders in de Tweede Wereldoorlog toen haar moeder spionne voor de Geallieerden was en haar vader als collaborateur werkte voor de Duitse contraspionage.