"Tussen de bedrijven" was de laatste roman die Virginia Woolf schreef, en hij was, volgens haar eigen woorden, essentiëler dan alles wat ze daarvoor had geschreven. Het verhaal speelt zich af op een zomerse dag in 1939, de dag waarop de jaarlijkse dorpsvoorstelling wordt opgevoerd op het landgoed van de familie Oliver. De gedachten en gesprekken van de intrigerende personages worden verweven met hun reactie op de aanstaande oorlog die de toekomst zal veranderen. Hoewel de publicatie van het boek destijds werd overschaduwd door de zelfmoord van Virginia Woolf, wordt het nu gezien als een van haar meest uitdagende en subtiele werken.
In Kent, in 1940, wordt een kerkkoor bijna opgeheven bij gebrek aan mannen, maar de vrouwen zetten door - een belangrijke stap voor hun dorp en zichzelf.
Een asielzoeker uit Zanzibar ontmoet in Engeland een familielid en vroegere plaatsgenoot aan wie hij heel wat uit te leggen heeft over zijn gedrag van enkele tientallen jaren geleden.
Een vrouw opent een boekwinkel in een klein Engels kustplaatsje, maar houdt daarbij geen rekening met enkele kwaadwillende personen die haar het leven moeilijk willen maken.
Als een 13-jarig meisje in een Engels natuurgebied verdwijnt, zoekt het hele dorp mee. De zoektocht gaat door, maar het gewone leven en de seizoenen ook.
Tekening van de ontwikkelingsdrang van een jongeman die na een periode van snobisme en vervreemding van zijn milieu terugkeert naar de eenvoud van zijn afkomst.
De zussen Sally en Gina Makepiece erven van hun geliefde tante Rainey een antiekwinkeltje in een antiekcentrum op het Engelse platteland. Ze kiezen resoluut voor hun nieuwe taak en laten hun enthousiasme niet temperen door de humeurige, doch zeer knappe, eigenaar van het antiekcentrum.