Notities van de Hongaarse auteur (1929- ) over het schrijven, de dood, zijn vreemdelingschap, jodendom, Auschwitz en zijn lectuur van onder meer Freud, Nietzsche en Wittgenstein.
Tijdens het opruimen van de boedel van haar demente moeder stuit een vrouw op een verzameling handgeschreven lijstjes waarop ze van 1963 tot 2003 nauwgezet bijhield welke cadeaus ze aan familieleden en kennissen gaf.
De romantische Anna trouwt met de oudere vorst Prozorski. Al haar hooggestemde idealen over de liefde worden in één klap verwoest als ze bij hem intrekt: de huwelijksnacht is rampzalig, naar het kind dat daaruit geboren wordt kijkt haar man niet om, en hoewel hij niet bepaald een ascetisch verleden heeft, bewaakt hij met ziekelijke jaloezie haar kuisheid. Anna voelt zich al snel aangetrokken tot een jeugdvriend van de vorst. Daardoor komt het huwelijk steeds meer onder druk te staan.
Meysam Noori kwam als achtjarige Afghaanse vluchteling naar Nederland. Daar ontdekte hij zijn passie voor dansen. Hij besloot hiervan zijn carrière te maken, tegen de wens van zijn moeder in. Wanneer Meysam meedoet aan So You Think You Can Dance, is zijn moeder echter apetrots.
In gesprekken met zijn tot leven gewekte moeder geeft de auteur een schets van het communistische Hongarije van de jaren '50 en een lofzang op het Hongaarse voetbal.