Overdag is het druk op het bouwterrein, maar tegen de avond doen Cementmolen, Bulldozer, Kiepwagen en de andere machines nog een laatste klusje voordat ze in slaap vallen. Prentenboek met paginagrote, sfeervolle kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Kas gaat verhuizen. Hij moet wel even wennen in het nieuwe huis, maar gelukkig zijn al zijn lievelingsspulletjes mee verhuisd en heeft hij een leuk buurmeisje, Saar. Prentenboek met paginagrote kleurenillustraties. Vanaf ca. 3 jaar.
Laszlo is bang in het donker. Maar het vervelende is, dat het donker bij hem in huis woont. Op een dag laat het donker hem iets heel speciaals zien in de kelder. Prentenboek met sfeervolle kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
De 'ik' vertelt wat er gebeurt als hij/zij naar de kapper gaat. Prentenboek met kleine en paginagrote schilderingen in vrolijke kleuren. Met tips voor opvoeders. Vanaf ca. 3 jaar.
Wat draagt een cowboy en wat kan hij allemaal met zijn paard. Prentenboek met informatie over cowboys, met een quiz, opdrachten en veel kleurenillustraties. Vanaf ca. 7 jaar, kijkboek vanaf ca. 5 jaar.
Knoef, de knuffelbeer uit de poppenhoek, is een logeerbeer: steeds mag hij met een ander kind mee naar huis. Vannacht slaapt hij bij Kas, maar hij mist de poppenhoek. Kas troost Knoef en bedenkt iets tegen de heimwee.
De hond van Jos (6 jaar) kan geweldig goed speuren. Als op een dag alle boeken op school gestolen zijn, gaat de hele klas van Jos achter Detectivehond aan, op zoek naar de dief. Oblong prentenboek met vrolijk gekleurde, grappige tekeningen en tekst op rijm. Vanaf ca. 4 jaar.
Het jongetje Tuur trekt door de stad en zet zijn oren open. De stadsgeluiden - van fietsgerinkel naar sirenes tot de trompetten van de fanfare - trekken hem in de wondere wereld van de ligaturen, schreven, holwitten, onderkasten en majuskels. Op een poëtische en ritmische stroom van woorden en klanken baant het jongetje zich een weg doorheen de stad. Tuur smult van een ijsje, loopt mee in een parade vol clowneske figuren, bestudeert de verschillende schoenen om zich heen, springt tussen de duiven.
Als de ouders van hondje Plotter gaan verhuizen, moet hij mee. Maar hij wil niet naar een ander huis en een andere school. Prentenboek met met waterverf ingekleurde tekeningen. Vanaf ca. 4 jaar.
Piep is op stap met zijn speelgoedtrein. In de trein zit zijn beer. Piep wil oversteken. Hij weet dat hij moet wachten tot het licht op groen staat. Het wachten duurt lang, maar er is veel te zien. Als hij eindelijk aan de overkant is, merkt hij plots dat beer van de trein gevallen is.
Muis houdt van lezen. Ze gaat naar de boekwinkel om een nieuw boek te kopen. Kees, Eddie en Oscar zijn er ook. Hoe moeten ze kiezen uit al die leuke boeken? Gelukkig wil boekverkoper Struisvogel graag helpen. Oblong prentenboek met eenvoudige schilderingen in felle kleuren. Vanaf ca. 2 jaar.
Als Vos op Muis jaagt, belanden ze 's nachts in een bibliotheek. Vos raakt helemaal in de ban van boeken, maar hij kan niet lezen. Kip wil het hem wel leren. Vierkant prentenboek met paginagrote kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Schaap is verhuisd naar de stad. Maar hij mist het groen van de wei. Daarom gaat hij bij zijn bovenburen in het flatgebouw op zoek naar groen. Prentenboek met drukke, cartoonachtige kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Prentvertelling waarin een jongetje aan een meisje vertelt dat hij later brandweerman wil worden. Met informatie over het beroep, enige doe-opdrachten en gekleurde tekeningen. Vanaf ca. 6 t/m 8 jaar.
Prentvertelling waarin een meisje later dierenarts wil worden. Met informatie over de beroepen in de dierenkliniek, enige doe-opdrachten en gekleurde tekeningen. Vanaf ca. 6 t/m 8 jaar.
Wat komt er allemaal bij kijken om een goede autocoureur te zijn? Prentenboek met kleine en paginagrote schilderingen in vrolijke kleuren. Vanaf ca. 3 jaar.
Een jongetje vraagt zijn knuffelbeer: ‘waarom lig jij in mijn bedje?’. De beer moet er uit. De beer gaat met dezelfde vraag naar de hond, die ook plaats moet ruimen. Hond op zijn beurt stelt deze vraag aan de volgende. Allemaal moeten ze plaats ruimen, tot er ééntje overblijft…die geen bedje heeft.