De kaarten geven een aanzet tot praten over dagelijkse dingen, het werken aan taal vanuit eigen kennis en ervaringen. Aan de achterzijde bij de Suus-versie zijn vragen opgesteld die een beroep doen op taaldenk-vaardigheden.
Dit lottospel bevat 72 verschillende voedingsmiddelen om op 2 manieren te werken aan de associatie van deze voedingsmiddelen: beeld met beeld, of beeld met woord (naam van voedingsmiddel).
Een spel geschikt om thuis, op school en in de therapie met kinderen te spelen, maar ook voor personen met afasie is dit een goede training voor de hersenen.
Dit lottospel bevat 72 verschillende dierenplaatjes om op 2 manieren te werken aan de associatie van deze dieren: beeld met beeld, of beeld met woord (naam van het dier).
Spelenderwijs leren kinderen letters, klanken en woorden. De rand van de mat bevat afbeeldingen van klankzuivere woordjes die bestaan uit 3 of 4 letters. In het midden staan alle letters van het alfabet, maar ook dubbele letters om nog meer woordjes mee te kunnen maken. Ook kun je woordjes dan op verschillende manieren maken. Bijv. koe kun je spellen met een k. o. en e maar ook met een k. en een oe.
Deze reeks fotokaarten toont situaties, ervaringen en onderwerpen die te maken hebben met het gezinsleven, zoals: ruzie tussen broers/zussen, stiefouders, echtscheiding, verhuizen, huwelijk, dementie, dakloosheid, alcoholisme, eetstoornissen, dood, ontslag... De symbolen op de kaarten verwijzen naar vier categorieën van onderwerpen: relaties, gedrag, belangrijke gebeurtenissen, gevoelens en emoties. De handleiding biedt enkele suggesties voor het werken met de kaarten. Ze zijn een hulpmiddel voor gesprekken in een hulpverlening- of educatieve context.
Deze set bevat foto's met sleutelmomenten uit het leven. Zo geven de belangrijke momenten in het leven gemakkelijker aanleiding tot reactie, emotie en herinnering.
De kaarten tonen 12 scènes met telkens 2 elementen om te identificeren en met elkaar te matchen. De kaarten zijn hierdoor stimulerend, veelzijdig inzetbaar en laten allerlei aanpassingen toe door de therapeut.
Woordenschat uitbreiden, zinsbouw, categoriseren, concentratie en geheugen. Dit spel is ontwikkeld voor jonge kinderen met een leerbeperking. Ze kunnen zowel bij individuele leerondersteuning, remedial teaching, waarbij de spelleider de tweede speler is, als in een kleine groep van maximaal 4 spelers worden gebruikt. Dit spel gaat over locatie (in, bij, op).
Elk verhaal handelt over het alledaagse leven of de kinderwereld. Het doel is om het vertellen te stimuleren, het kind logisch te laten redeneren, de loop van het verhaal te reconstrueren en de woordenschat te verrijken.
Leer bijvoeglijke naamwoorden en hun tegenpolen kennen en gebruiken. Met de fotoverhalen leren de kinderen hoe dingen en activiteiten verband houden met bijvoeglijke naamwoorden.
Door de beeldverhalen leren de kinderen de handeling correct te benoemen, de werkwoorden te verbuigen en samen met de verschillende zinsdelen te gebruiken.