Een West-Vlaamse, zinnelijke vrouw weet wanneer haar vader langzamerhand de greep op zijn bezittingen verliest, het oude familielandgoed tot zich te trekken.
Bouveroux stelt dat België "toevallig" tot stand is gekomen. Er is, zo signaleert hij, nooit sprake geweest van enig natiegevoel. Men heeft eerst geprobeerd om van België een eentalig-Franse staat te maken, maar dat is niet gelukt. En nadien kwam het federalisme, een poging om het autonomiestreven van de Vlamingen onder controle te krijgen. Maar intussen heeft de constructie zich volgens hem hopeloos vast gereden.
Een journalist moet vaststellen dat hij na het vertrek van zijn vrouw Eva de greep op zijn leven verliest; met de komst van een nieuwe collega staat ook op de krant zijn positie op het spel.