Een vrouw van in de vijftig probeert de dood van haar partner te verwerken met de hulp van haar homoseksuele ex-man, met wie ze in de jaren zestig en zeventig een intens studentenleven leidde in Nijmegen.
Autobiografisch getint relaas van het leven van de schrijfster met de schrijver en journalist Ischa Meijer (1943-1995) en van haar verwerking van diens plotselinge dood.
Wanneer Merlijn Kaiser hoort dat er in een Zweeds pretpark vreemde uitgaven worden gedaan met zijn creditcard, besluit hij zijn koffer te pakken en amateurdetective te gaan spelen. In Amsterdam voelt hij zich al een tijdje niet meer thuis: zijn jeugdliefde Caro heeft hem ingeruild voor een singer-songwriter en het contact met zijn vrienden is verwaterd.
Nadat haar man haar heeft verlaten, verblijft een jonge moeder met haar twee kinderen bij haar schoonvader, die haar onthullingen doet over zijn leven en over de enige vrouw die hij ooit liefhad.
Sinds Matteo zijn jonge vrouw Nora en hun zoontje voor zijn ogen zag verongelukken, vraagt hij zich af of het zelfdoding was of een ongeval. Lange tijd heeft hij geprobeerd zijn verdriet te dempen met alcohol en vluchtige seks. Niemand kon hem helpen of bereiken. Inmiddels woont Matteo teruggetrokken in een huisje in het bos. Hij vindt er troost in de natuur en de wisseling van de seizoenen. Nog steeds vraagt hij zich af of hij Nora's dood had kunnen voorkomen.
De verteller en Marie, zijn grillige en onberekenbare geliefde, zijn enige maanden geleden in Tokio uit elkaar gegaan. Toch vraagt ze hem op een gloeiend hete zomernacht in Parijs om hulp als haar nieuwe minnaar in haar flat aan een hartinfarct lijkt te bezwijken.
Een geliefd en gerenommeerd docent, die na de dood van zijn jonge vrouw alles verliest, weet te behouden wat echt voor hem telt: de herinnering aan zijn geluk.