In het niemandsland tussen het Moorse en christelijke gebied in het Spanje van 1186 voelt een jonge katholieke geestelijke zich aangetrokken tot de joodse kabbala en tot een jonge vrouw.
Meester-metselaar Martin d'Antoing trekt in 1225 met zijn dochter en zijn team naar het rijke Gent, maar krijgt daar te kampen met uiteenlopende problemen.
In het veertiende-eeuwse Keulen zweren drie kinderen (joodse en christelijke) elkaar eeuwig trouw, maar door maatschappelijke, godsdienstige en persoonlijke ontwikkelingen wordt die vriendschap zwaar op de proef gesteld.
Nadat een dief getuige is geweest van de moord op de bouwmeester van de Dom van Keulen in de 13e eeuw, wordt er jacht op hem gemaakt en worden anderen, met wie hij heeft gesproken, genadeloos afgeslacht.
Terwijl de inwoners van het veertiende eeuwse Londen ontevreden zijn over koning en kerk, speelt zich een samenzwering af die grote gevolgen kan hebben.
Wanneer in het 7e eeuwse Engeland een deelnemer aan een synode wordt vermoord, krijgen twee religieuzen uit een verschillend 'kamp' opdracht de moordenaar op te sporen.
Als een geschiedenisdocente een dagboek uit 1064 vindt van een weefster die werkt aan het tapijt van Bayeux, krijgt ze een heel andere kijk op de Engelse geschiedenis en op haar eigen leven.