Autobiografisch getint relaas van de ontmoeting van een vrouw met haar bejaarde moeder die een zeer gemotiveerde bewaakster in Auschwitz was en daarvan nog steeds geen spijt heeft.
Een ex-gevangene bezoekt concentratiekamp Natzweiler-Struthof in de Vogezen. Terwijl hij door het kamp loopt, komt er een stroom herinneringen naar boven, aan het kampleven, de vernedering en het intense verdriet om degenen die het niet hebben gered.
De schrijver, die zelf 11 jaar in de "archipel" (het denkbeeldige eilandenrijk van concentratiekampen verspreid over de Sovjet-Unie) verbleef, verhaalt de lijdensweg van miljoenen Russen die slachtoffer werden van het Stalinisme.
Otto Dov Kulka heeft als joodse jongen de gruwelen van Auschwitz overleefd. Hij wordt na de oorlog hoogleraar geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, met als specialisatie de Holocaust. Pas in het begin van de jaren negentig vat hij de moed op om zijn herinneringen op papier te zetten. En nu pas is de tijd gekomen om ze te publiceren. Het is een persoonlijk verhaal waarin zijn herinneringen aan de gruwelen van het concentratiekamp zijn opgetekend, maar waarin hij tegelijkertijd reflecteert op de werking van het geheugen en de verbeeldingskracht.