Een jonge Zwitserse vrouw verhaalt over haar leven na haar scheiding van haar Keniaanse echtgenoot, een Masai krijger, en haar terugkeer in de westerse maatschappij.
In dit laatste deel van zijn trilogie 'Iedereen is uniek behalve ik' neemt Herman Brusselmans ons mee op een tocht langs zijn leven, zijn werk, zijn buurt, zijn geest en zijn ego. Hij laat zich bijstaan door hoofdpersonages als zijn vrouw en zijn hond en nevenpersonages als een Turk, een ex-Big Brother-bewoner, een architect, een man op het dak, een genezeres uit Oostakker, zijn grootouders, een meisje dat hij negeert, De Meeuw, Boeg, Paco en vele andere mensen met of zonder naam.
Autobiografisch relaas van het leven van een joodse vrouw met het oorlogstrauma dat zij als klein meisje opliep in het getto van Krakau tijdens de holocaust.
Herinneringen aan haar jeugd in de Zeeuwse pastorie, haar werk in de bibliotheek en haar loopbaan bij de Amsterdamse krant, met ten dele eerder gepubliceerde columns uit de jaren vijftig.
Aan de hand van het leven van een Marokkaanse man die naar Nederland migreert en daar als fabriekarbeider werkt, wordt de geschiedenis verteld van Marokkaanse arbeiders in Nederland.