Een Poolse fabrieksarbeidster, die in 1920 een zelfmoordpoging doet en wordt gered, geeft zich enkele jaren later uit voor de jongste dochter van tsaar Nicholaas II van Rusland.
Émile is een brave, bijziende kantoorklerk op een verzekeringskantoor. Hij leidt een onbeduidend leven en bestaat eigenlijk nauwelijks. De zwangerschap van zijn vrouw Angélique overvalt hem en vormt een bedreiging voor zijn bestaan. In zijn kleine woning dreigt hij in bed als een vlieg tegen het bloemetjesbehang te worden geplet door de almaar opzwellende buik van zijn vrouw, en in zijn huis kan hij zich niet meer wenden of keren. Over het mysterie van de geboorte heeft hij nooit nagedacht en de opeenvolging van generaties komt hem plotseling voor als een verschrikkelijke nachtmerrie.