Frieda, midden dertig, psychoanalytica, heeft een eigen praktijk, woont alleen, wandelt graag 's nachts door Londen en heeft net een nieuwe relatie. Als een van haar patiënten haar over zijn fantasiezoon vertelt, een klein roodharig jongetje, en er precies zo'n jongetje verdwijnt, verbreekt ze haar beroepscode en schakelt de politie in. Hoofdinspecteur Karlsson neemt het echter niet serieus tot er een link blijkt te zijn met de nooit opgeloste verdwijning van een klein meisje twintig jaar eerder. Hij vraagt Frieda de zus van het slachtoffer van toen te interviewen.
In Oostende wordt de directeur van een onderzoekscentrum vermoord teruggevonden. Er ligt een eenvoudig poppetje op de plaats van de misdaad. Drie maanden eerder werd in Brussel een journalist op dezelfde manier omgebracht. Commissaris Liese Meerhout vertrekt naar Oostende om de zaak uit te spitten. Al vrij snel na haar aankomst wordt de negentienjarige dochter van een welgesteld zakenkoppel ontvoerd. Op de plaats van de ontvoering ligt een eenvoudig poppetje. Taai speurwerk, de hulp van een professor in de natuurgodsdiensten en de intuïtie van Liese leggen het verband tussen de drie gebeurtenissen bloot.
Als Susannah wordt ontvoerd naar een andere wereld, staan Roland de scherpschutter en zijn metgezellen voor een moeilijke keuze: haar volgen om haar te bevrijden of de queeste naar de Donkere Toren voortzetten.
Wanneer de veertienjarige Erik Schroder, een jonge Duitse immigrant, zich opgeeft voor een exclusief schoolkamp in New England, besluit hij dat te doen onder de naam Eric Kennedy, in de verwachting dat hij als normale Amerikaanse jongen meer kans maakt te worden toegelaten. Het blijkt een noodlottig leugentje om bestwil dat zijn leven een onwaarschijnlijke en zeer tragische wending zal geven. Jaren later blikt Eric, nu een gescheiden man, vanuit een penitentiaire inrichting terug op zijn leven.
Autobiografie van een Amerikaanse vrouw, die op jonge leeftijd tijdens een vakantie in Iran samen met haar moeder door haar Iraanse vader werd vastgehouden, maar wist te ontsnappen.
Een verhaal van twee vrouwen: een moeder wiens driejarige zoon verdwijnt en een vrouw die wanhopig kinderen wil krijgen maar dat niet kan, en nu voor de jongen zorgt.
Als in 1948 de 11-jarige Sally Horner een schriftje steelt, wordt ze aangesproken door een man die zich voordoet als FBI-agent, maar die haar ontvoert.
Een meisje dat in de Argentijnse 'vuile oorlog' van de jaren zeventig door een collaborerend echtpaar geadopteerd is, ontdekt dat ze de dochter is van een vermoorde politiek activiste.
De ogenverzamelaar is een seriemoordenaar die moeders vermoordt, hun kinderen ontvoert en vervolgens de vaders 45 uur de tijd geeft om ze te vinden, anders sterven zij ook. Het boek begint met blz. 362 en eindigt met blz. 1, zoals ook het aftellen van het ultimatum, waarin een verstopt kind opgespoord moet zijn, om het verstoppertje spelen te overleven.
Persoonlijk relaas van de Colombiaanse presidentskandidate, die in 2002 door de FARC werd gevangen genomen en pas na ruim zes jaar in 2008 door het leger werd bevrijd.