Afhankelijk van de leeftijd en het niveau van de leerling kan worden gekozen welke stapeltjes worden gebruikt. Er kan worden begonnen met 'wie – doen – waar'. Vervolgens kan 'wanneer' worden toegevoegd. Een andere mogelijkheid is om zinnen te maken met 'wanneer – doen+wat – wie – wat – waar'. Door bij elke beurt kaartjes te ruilen, kunnen zinnen worden veranderd. Het spelelement (het verzamelen van de meeste ‘goede’ zinnen) blijkt motiverend te werken.
Kopieer-en werkbladen bij de 'Vocabular woordenschatplaatjes' om te oefenen, te kleuren, te plakken en vormen te maken. De woordenschatplaatjes zijn geschikt voor taalstimulering voor alle leeftijden.