Alou, een jonge Malinese honingjager, heeft een wilde bijenkorf gevonden in een baobab. Tot de tanden gewapende jihadisten rijden op hem af in een 4x4 en brengen de boom tot ontploffing. Tussen het puin vindt Alou een beeld van een zwangere vrouw, zo goed als intact. Op verzoek van zijn vader trekt hij naar Dogongebied om het te tonen aan de wijze van het dorp, de hogon, die door iedereen gewaardeerd wordt om zijn eruditie. De oude man herkent het beeldje meteen. Ze is volgens hem het werk van de meester van Tintam, waarvan al een eerste Moeder met Kind in het Louvre staat, in het Pavillon des Sessions. De oude man vermoedt dat het beeld, in deze tijd van barbarij, veiliger is bij haar zus in het Louvre dan in Mali. En Alou krijgt van de hogon, natuurlijk, de dringende missie de Moeder met Kind naar Parijs te brengen.
In Parijs mist professor Robert Langdon een afspraak met de curator van het Louvre omdat die kort daarvoor is vermoord. Langdon is de belangrijkste verdachte, ook al omdat de man voor hij stierf zijn naam op de grond heeft geschreven. Geholpen door een agente maakt Langdon zich uit de voeten. Hij beseft dat de conservator aanwijzingen heeft achtergelaten die alleen hij kan ontcijferen : symbolen die verwijzen naar het werk van Da Vinci, voor wiens 'Mona Lisa' het lijk gevonden is. Daarom gaat Langdon terug, het Louvre in.