Memoires van een joodse vrouw (1922) die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet belandde, werd gearresteerd en een verblijf in het concentratiekamp Ravensbrück overleefde.
Alice Herz-Sommer wordt in 1903 in Praag geboren, in een gezin dat behoort tot de culturele elite van die tijd. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog begint Alice naam te maken als concertpianiste. In 1942 gaat het mis. Alice en haar man en zoontje worden gedeporteerd naar Theresiënstadt, waar zij drie ellendige jaren zal doorbrengen. Haar muziek, haar pianospel en haar optimisme houden Alice en haar zoontje op de been.
Tsjecho-Slowakije, 1939. Pavel en Anneliese Bauer zijn welgestelde Joden, wier levens op hun kop worden gezet door de komst van de Duitse troepen. Om deportatie te vermijden, vluchten ze met hun zesjarige zoontje Pepik en zijn geliefde kindermeisje Marta. Ze weten Pepik op een Kindertransport naar Engeland geplaatst te krijgen, maar hij zal zijn ouders of Marta nooit meer zien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog redt de directeur van een dierentuin in Warschau samen met zijn vrouw het leven van ca. 300 joden door hen in hun dierentuinvilla te laten onderduiken.
Bram is een twaalfjarige joodse jongen uit Antwerpen die het leven leert kennen in tijden van oorlog: liefde, dood, idealisme, ontgoocheling. Grote gevoelens die sterk worden uitvergroot wanneer je stad en land bezet zijn, zeker als die bezetter ook nog een persoonlijke rekening te vereffenen heeft.
Leon Leyson is pas tien jaar oud als de nazi's Polen binnenvallen en hij en zijn familie naar het getto van Krakau worden gedeporteerd. Leon komt in het concentratiekamp Plaszow terecht, waar hij de dodelijke grilligheid van kampcommandant Amon Goeth moet zien te overleven. Tot hij door Oskar Schindler wordt opgemerkt en in diens fabriek aan het werk kan, ook al is hij zo klein dat hij op een kist moet staan om de machines te kunnen bedienen. Met een ongelooflijke hoeveelheid moed en doorzettingsvermogen weten Leon en een deel van zijn familie te overleven, maar uiteindelijk zal het lef van één man het leven van de Leysons redden: Oskar Schindler.
Een Amerikaanse journaliste doet onderzoek naar de jodenvervolging in Frankrijk. Daarbij stuit ze op een geheim van haar schoonfamilie. Herschreven in korte zinnen en gemakkelijke woorden.
De belevenissen van de Pools Joodse familie Kurc tijdens de Tweede Wereldoorlog, de wereldwijde omzwervingen van de diverse familieleden en hun weerzien.
Het is 1938. Nazi-Duitsland is Oostenrijk binnengevallen en alle grenzen zijn gesloten. Adolphine, Pauline, Marie en Rosa Freud hebben een voorgevoel wat hun te wachten staat en hopen dat hun broer Sigmund visa kan krijgen zodat zij Oostenrijk kunnen verlaten. Sigmund Freud heeft inderdaad een lijst opgesteld voor de visumaanvragen, maar de namen van zijn zussen ontbreken. Adolphine is geschokt: wat beweegt Sigmund tot zo'n daad om zelfs voor zijn hond een visum te regelen, maar niet voor zijn directe familieleden? Ze denkt terug aan haar jeugd, aan de liefdeloosheid van haar moeder, en aan de liefde van haar broer.
Levensverhaal van een Poolse jood die in de Tweede Wereldoorlog alle denkbare verschrikkingen meemaakt en zijn hele familie verliest. In Zuid-Frankrijk bouwt hij een nieuw geluk op, waar echter een wreed einde aan komt.
De vierjarige Joodse Rivka verblijft tijdens de oorlog bij een gereformeerd domineesgezin in het Zeeuws-Vlaamse Zaamslag. Ze groeit op als Anneke, haar ouders zijn zogenaamd bij het bombardement op Rotterdam omgekomen. Na de oorlog gaat ze niet terug naar haar vader en broer. Ze ontkent haar Joodse afkomst en blijft Anneke. Toch trouwt ze met Joost, een Joodse overlevende van de kampen. Haar ontkenning, zijn trauma's en het onvermogen tot communicatie maken hun huwelijk en gezinsleven kapot. De kinderen worden uit huis geplaatst en pas als Anneke dertig jaar later hoort dat Joost is overleden, bezoekt ze de begrafenis en ziet ze haar kinderen terug. Een stroom van herinneringen komt los. Haar dochter Sandra wil haar verhaal horen.
Familiegeschiedenis van een joods bakkersgezin. Het verhaal beslaat het begin van de twintigste eeuw, de Tweede Wereldoorlog en de nasleep en verwerking daarvan.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, vlucht Hanna (14) naar Denemarken. Enkele jaren later vallen de Duitsers Denemarken binnen en wordt Hanna naar het concentratiekamp Theresienstadt gedeporteerd. Vanaf ca. 15 jaar.
Autobiografisch relaas van een joodse vrouw over de zwerftocht door Europa die zij als achtjarig meisje, alleen of in gezelschap van wolven, tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte op de vlucht voor de Duitsers.
Om de waarheid te verdoezelen over de concentratiekampen moet een groep intellectuele joden de brieven beantwoorden die gevangenen vlak voor hun dood gedwongen aan familieleden hebben geschreven.