De tienjarige Tracy woont in een opvanghuis. Het felle meisje haat de andere kinderen en alle regeltjes. Ze is al bij twee pleeggezinnen weggestuurd. Tracy droomt ervan een beroemd schrijfster te worden, maar haar liefste wens is toch een eigen familie.
Marina (ik-figuur) is het kind van tienerouders en groeit op bij haar grootouders in een Vlaams dorp. Ze wordt op school gepest en moet lang wachten voor iemand haar ziet zoals ze echt is.
In de vallei van de wentelmolens lijkt alles en iedereen door de komst van de modelmachines ingedut. De mensen koesteren geen dromen meer. Zelfs de wind wil er niet meer blazen. Toch is er één meisje dat vasthoudt aan haar droom. Door haar keert het tij in de vallei.
Ballonstrip. Meneer Fop werkt hard in zijn tuin. Hij is moe en gaat slapen. Hij droomt van een fant. Als hij wakker wordt staat de droomfant in de tuin. Hoe kan de droomfant weer terug naar Droomland? AVI-M3. Vanaf ca. 6 jaar.
Finn wordt gepest op school. Gelukkig kan hij 's nachts ontsnappen naar Dromenland. Maar dan ontdekt hij dat er sterrenstof gestolen wordt. Vanaf ca. 9 jaar.
De jonge elf Saturno krijgt een visioen, waarin de feeënkoningin Florina hem vraagt om het Riddereiland te verlossen uit een toverslaap. Alles is versteend: de inwoners, dieren en bomen. De sterrenelfin Spica vergezelt Saturno op zijn missie. Ze vertrekken op de rug van een draak.
Seppe wil heel graag Zwarte Piet worden. Met opa schrijft hij een brief aan Sinterklaas. Helaas antwoordt sint dat hij al genoeg pieten heeft. Maar passen die ook in de smalle schoorstenen? Prentenboek met vrolijke kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Seppe mag van Sinterklaas naar de zwartepietenschool in Spanje komen. Eerst moet hij een paar keer door de schoorsteen voor een echte pietenkleur, daarna volgen belangrijke lessen en tot slot doe hij de pietenveertest. Prentenboek met vrolijke kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
Finn kan ontwaken in Dromenland, een rijk waar hij een heldhaftige ridder is. Samen met zijn vrienden probeert hij de verdwenen prinses Sirocco op te sporen en de kwaadaardige Zandman te stoppen. Vanaf ca. 9 jaar.
Twee ouders maken zich lang van te voren voorstellingen van de baby die op komst is: door het kindje zo mooi mogelijk te tekenen, te schilderen en te boetseren. Prentvertelling met paginagrote kleurenillustraties in gemengde techniek. Vanaf ca. 6 jaar.
Een arm meisje probeert op oudejaarsavond zwavelstokjes te verkopen, maar sterft van honger en kou. Prentenboek bewerkt naar het bekende sprookje, met illustraties in zachte tinten. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar.
Een jongetje heeft niemand om mee te spelen; daarom heeft hij een fantasievriendje, Blackie, die hem helpt. Prentenboek met expressieve illustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
De ouders van Peter (10) zijn overleden. Op een dag hoort hij van een waarzegster dat zijn zusje nog leeft. Om haar te vinden moet hij de olifant volgen. Voorlezen vanaf ca. 8 jaar, zelf lezen vanaf ca. 10 jaar.
Dries' broer Jonas is een maand geleden verdwenen. Samen met een mysterieuze conducteur en het meisje Tess maakt Dries een bijzondere treinreis langs zeven haltes. Bij elke halte komt hij meer te weten over zijn broer.
Een meisje is dol op het circus. Op een avond speelt ze lang met een verdwaald circushondje. ’s Nachts komt de clown van de poster boven haar bed tot leven en neemt haar mee naar het circus. Groot, tekstloos prentenboek met dynamische kleurenillustraties. Vanaf ca. 4 jaar.
28.000 jaar geleden droomt Joeni dat de mammoeten komen. Door een verkeerde uitleg van haar droom, komt haar stam in de problemen. Ze wordt verstoten en moet zich zelf zien te redden. Het wordt een reis vol avonturen waarin ze haar dromen steeds beter leert begrijpen. Vanaf ca. 10 jaar.
Thomas (9, ik-figuur) logeert bij opa en oma. Dan overlijdt opa plotseling. Van oma mag Thomas niet bij opa gaan kijken, maar hij gaat toch. Thomas ziet dat opa niet meer kan dromen. Hij denkt terug aan alle bijzondere dromen waar opa altijd over vertelde. Met veel kleurentekeningen. Vanaf ca. 8 jaar.
Kaat wil niet naar bed. Ze is niet moe. Maar ze moet van ma. Maar Kaat valt niet in slaap. Ze doet dit en ze doet dat, niets helpt. Tot pa uit een boek leest. Pa valt in slaap, en Kaat droomt...