Na het verhaal van hun aankoop van een olijfgaard in de Provence (De olijfgaard), van het keiharde werk om die tot bloei te brengen (De olijventijd), en van hun terugkeer naar de boerderij waar een aantal gebeurtenissen diep ingrijpen in hun leven (De olijvenoogst), brengt Carol het verhaal van haar terugkeer, na een reis langs de Middellandse Zee, naar haar man en hun olijfgaard. Samen met haar man probeert ze de olijfgaard op een biologische manier weer rendabel te maken
De Provence in de 12de eeuw. Raimon, de zoon van een burchtheer, verliest zijn vader en zijn erfdeel. Hij wordt naar de abdij van zijn oom gestuurd. Als hij de vreemde liefhebberij van de abt ontdekt, moet hij voor straf op pelgrimage vertrekken. Onderweg leert hij luit spelen en liedjes maken en wordt hij verliefd op een vrouw van zijn erfvijand. Dan komt hij voor een gruwelijk dilemma te staan: ten strijde trekken tegen zijn eigen moeder of de liefde van zijn leven verraden.